Als u bij het lezen een foto aanklikt dan wordt deze vergroot. De foto′s kunnen vervolgens achter elkaar als diashow bekeken worden. Als u een link, bij voorbeeld: BAC Voyages aanklikt dan wordt deze geopend. Wanneer verwezen wordt naar de kaart van Noord-Oost India, dan kan deze opgeroepen worden door de link: Kaart Noordoosten van India aan te klikken.
Mon in het leefgebied van de Konyak Naga, de beruchte koppensnellers uit een nog niet eens zo ver verleden. Hoewel dit gebruik officieel al in 1935 met een wet werd afgeschaft, rolden hier tot ruim in de jaren '60 nog koppen. De Konyak Naga zijn herkenbaar aan hun overdadige gezichtstatoeages en de grote hoorns in hun oren. Vandaag gaan we een aantal dorpen van de Konyak Naga bezoeken. Na een lekker ontbijt gaan we op pad. Eerst een stop vlakbij het hotel bij een aantal slagerskraampjes. De slagers doen hier langs de weg hun werk tussen 4 en 9 uur 's morgens. Daarna zijn ze uitverkocht en gaan ze weg. Het vlees is dus altijd erg vers. Overal hangen grote lappen vlees, oa zwijn. De hoefjes liggen ergens op een kraam, met poten er nog aan.
Wij rijden door naar Singha Ching Nyu. De weg is weer bar slecht maar het is een fraaie tocht over de bergen. Mooie vergezichten. De bergen liggen in lagen achter elkaar. Zelf hebben we gelukkig nog geen ongelukken gezien, maar die schijnen hier wel veel te gebeuren. Er is maar één rijbaan en af en toe is het dus behoorlijk schrikken. Soms duikt er ineens een grote bus op uit een bocht, en moet er even een noodstop gemaakt worden. Gelukkig hebben we een kundige chauffeur die bij elke bocht toetert.
Het bezoek aan het dorp is erg leuk. We krijgen een privé rondleiding van de zoon van de chief van het dorp. Hij is de kleinzoon van de laatste echte koppensnellers chief die er was. We lopen door het dorp naar een fraaie uitbundig getatoeëerde man. Hij heeft 17 koppen gesneld in zijn leven... Ergens achteloos in een hoek ligt een berg schedels.
Toen de christenen hier kwamen bekeren hebben die veel schedels begraven of verbrand maar in dit dorp heeft de "opa"chief zich hiertegen verzet. Hij heeft de schedels bewaard. Uiteindelijk is overigens ook deze chief gedoopt; wat moest hij anders zegt de kleinzoon. Beetje triest ook wel.
Op een bamboe vlonder zit een doofstomme getatoeëerde man. Hij staat in hoog aanzien in het dorp. Omdat hij doofstom is gelooft men dat hij over veel gaven beschikt. Hij wordt dan ook veel geraadpleegd. De chief zelf hebben we niet gezien. Het zou erg ziek zijn. Restaurantjes zijn hier niet dus onderweg picknicken we ergens met uitzicht op de bergen. Cupcakejes, noten, fruit.
Longwa is het tweede dorp dat we bezoeken. We gaan op bezoek bij het opperhoofd. Hij is ziek en zit er wat triestig bij. Hij schijnt verslaafd te zijn aan alcohol. Met het gebruik van opium zou hij gestopt zijn.
Hij krijgt namens ons een flesje whisky; z'n vaste fee. Er liggen al 3 volle flessen naast hem; whisky als entreekaartje voor het dorp. De chief heeft zijn rantsoen voor de komende dagen weer binnen. We zitten hier aan de grens met Birma. De chief is een belangrijk man. Hoofd van zijn stam. Dat wil zeggen over 50 dorpen in Birma, en 10 in India. Hij heeft zijn eigen vertrek met eigen houtvuurtje in de heel grote Moron in het dorp. Hij rilt van de kou en heeft duidelijk koorts. We zitten een poosje bij hem. Wel bijzonder.
Daarna lopen we buiten nog wat rond. We kijken naar de bergen die in Birma liggen. Jan-Arend koopt een soort houten tasje en we kopen en paar simpele kettinkjes. De mensen werken hier hard. Ze lopen veel langs de weg met manden vol sprokkelhout, of ze werken in het veld. We hobbelen heel wat af vandaag maar het is de moeite waard.
6 uur op, half 7 eten, 7 uur weg. Vakantie en dan zo vroeg opstaan, doen we dit wel goed? Vragen we ons even af? Maar ondanks dat het best vermoeiend is houden we hiervan! Ook vandaag weer een flinke reisdag. Eerst nog een stuk bumpy road. Héél erg bumpy! Maar het is ook een mooie tocht en we zitten prima achterin de lekkere auto. Kijken naar alles wat we buiten zien. Landschappen, mensen.
Ergens aan een kraam hangt een dood stekelvarken. Groot! Op het Hornbill festival zagen we vrouwen met de stekels als versiering in hun haar. Erg mooie gevlochten manden hebben ze hier. De kinderen hebben vaak eigen gemaakt speelgoed, zoals een stok met aan het eind een wieltje en simpel in elkaar gezette karretjes waarop ze van de helling af roetsen.
We steken de grens van Nagaland naar Assam weer over. In Nagaland eten ze alles wat vliegt of zwemt of loopt hadden we gehoord. Nu dus weer naar Assam, en daar zijn weer vogels. Ook meteen weer koeien en geiten op straat.
Onderweg stoppen we bij een soort paleisje uit de oudheid, maar we vinden het niet heel indrukwekkend. De extra stop bij een weekmarkt langs de weg vinden we interessanter. Er is ook een een overdekte groentenmarkt. Leuk! Groenten en fruit, vlees en vis. Iemand stopt pinda's in een zakje, met een minizakje zout erbij en dan sealt hij heel ingenieus met een vlam van een kaars het zakje dicht. De kruiden zien er weer lekker uit, en ze ruiken goed! Op een stal liggen piranha's uitgestald. Bully stopt zijn autosleutel in de bek van de vis om de tandjes te laten zien.
Uiteindelijk komen we aan in Dibrugarh. Redelijk hotel: hotel Raj Palace. Even wc papier regelen en een extra handdoek (waarom denken ze hier allemaal dat we er samen mee doen? We willen ons allebei graag droog maken na het douchen).
We lopen wat rond in de stad. Ingrid scoort een tas en we kopen een school atlas waar lekker duidelijke landkaarten in zitten. Dibrugarh is een goed plek om geld te halen. We halen geld en drinken ergens koffie. We vinden zelfs nog ergens een redelijke fles Indiase wijn, Zinzi.
Na de stadswandeling, terug richting hotel. Er is WIFI in het hotel dus we kunnen even met thuis communiceren. We eten 's avonds boven in het restaurant. Saaie omgeving, maar erg lekker eten. Het restaurant bestaat uit een hele grote ruimte waar maar 4 tafeltjes staan. Helemaal niets aan de muur. Onze hotelkamer is redelijk, wel een beetje benauwd. Geen raam of zo.
half 7 op, 7 uur ontbijt. Vanaf Dibrugarh is het ongeveer een uur rijden naar de afvaartplaats van de ferry's over de Brahmaputra. De weg is weer vertrouwd slecht . In de rivier liggen niet al te grote ferryboten waar maximaal 3 auto's op kunnen. Het op de boot rijden gaat nog niet zo eenvoudig. 2 losse planken verbinden de oever met de boot. Je moet erover rijden om de auto op de boot te krijgen. De planken zijn niet veel breder dan de autoband zelf. Gelukkig levert het geen problemen op; hier zijn duidelijk mannen met ervaring aan het werk.
Leuk om hier even rond te kijken. Mensen, auto's, dieren. We hebben een mooi zitplekje gevonden op de voorplecht van de boot, net onder de stuurhut. Lekker in de zon. De oversteek duurt ongeveer een uur. Aan de andere kant van de oever leggen we aan tegen een andere boot.
Er is geen aanmeer plek vrij aan de oever. Bully moet daarom de auto over de andere boot, steeds via de gammele planken, de wal op zien te krijgen. Alles gaat natuurlijk goed, maar wat zijn we blij dat wij dit niet hoeven te doen!
We rijden richting Pasighat. Er loopt weer van alles langs de weg. We zien vrouwen met vreemd gevormde mandjes en netten. Ze gaan vissen. Er zijn hier poeltjes waar de mensen moddervissen. We stoppen en gaan kijken.
Vrouwen en kinderen waden door de poeltjes met hun manden en netten. Onderin de poel zit veel slib. Er worden hele kleine visjes gevangen. Een eindje verderop vissen de mannen, in een grotere poel. Ze vissen met een vangnet dat ze uitgooien en vangen grotere vissen.
We rijden verder, de grens van Assam weer over maar nu rijden we Arunachal Pradesh in. Net voorbij de grens stoppen we in een dorp. We maken een wandeling door het dorp. Ook in deze streek zijn de huizen van rieten matten en bamboe. Het valt ons op dat de zwijnen hier los lopen en niet meer in Van die kleine hokjes zitten.
In deze streek leeft men vooral van de landbouw: katoen, graan, pepers etc. We worden uitgenodigd door een vrouw in een vrij groot huis om thee te drinken. Ze is heel gastvrij. We krijgen chai, met melk erin. Dankzij het vertaalwerk van Bully kunnen we een kort gesprek voeren met de vrouw. De vrouw is rijst aan het sorteren. We bekijken de grote hut ook van binnen. Kinderen kijken tv, op schommels. Ook hier staat het open vuur centraal. We lopen verder het dorp door. Een leuk klein meisje speelt met een waterkruik.
Daarna rijden we het laatste stuk naar Pasighat. Daar aangekomen eten we noodles en momo; erg smakelijk.
We slenteren over de markt Veel groenten. Alles ziet er even mooi uit. Ook veel kruiden en fruit. We zien een koe die naar een stapel bloemkolen lonkt. Hij wordt scherp in de gaten gehouden door de marktverkoper. Als deze groenteman echter een klant heeft weet de koe toch zijn slag te slaan. We kunnen ons er wel iets bij voorstellen; een koe wil wel eens wat anders dan karton en plastic.
We slapen vannacht in hotel Ane. Geen indrukwekkend hotel. Kleine kamer met harde bedden. We hebben alleen een onderlaken dus we regelen er nog eentje bij. Er is één tl buis, de andere lampen doen het niet. Beetje smoezelig hier.
Als gewoonlijk: half 7 op, 7 uur ontbijt, half 8 vertrek. Matig/redelijk geslapen. Ingrid heeft even een gil geslaakt omdat ze een kakkerlak ziet wegschieten. Verder hebben we gelukkig geen kakkerlakken gezien deze vakantie, nou ja .... behalve op de markt dan; als plaatselijke lekkernij.
Het is stralend weer. Onder ons hotel is een wasserij. Clothes, washing and pressing. De kleren liggen buiten over een muurtje te drogen.
We laten Pasighat achter ons en rijden richting Along. Al snel komen we bij een mooie rivier. We rijden de bergen in. Wonderlijk landschap van heel veel bomen. Heel veel verschillende soorten en vaak heel hoog, overwoekerd door een onkruidachtige parasiet plant. Het doet af en toe wat spookachtig aan. Maar mooi!
We zien steeds de Siang rivier opduiken.
In dit gebied zijn ze flink met de weg bezig. We zullen af en toe moeten wachten maar gelukkig valt het erg mee. We stoppen bij één van de wegwerkzaamheden. Wat een zwaar werk moeten deze mensen verrichten en hoe anders dan in Nederland!! Open bakken met asfalt; de pek wordt op een open vuur verwarmd. De vloeibare pek wordt vervolgend in gieters en emmers gegoten en op de weg uitgestrooid. De wegwerkers vinden het leuk om op de foto te gaan. Een verzetje waar ze helemaal voor gaan staan! Vaak hebben de wegwerkers alleen maar plastic teenslippers aan. Overal liggen lege pek vaten. Hele families werken aan de weg en leven met hun kinderen in tijdelijke hutten langs de weg.
We bezoeken onderweg tribale dorpen van de Galo en Hill Miri (nu Nishi Tribal). In één van de dorpjes worden we uitgenodigd en krijgen we een mandarijntje. Drie vrouwen zitten heerlijk in het zonnetje. Op veel platjes ligt de rijst te drogen. Vrouwen, vooral de oudere, sorteren de rijst. De gebroken rijst wordt weggegooid; die is voor de kippen. Bewonderenswaardig hoe behendig de oude vrouwen nog zijn.
Iedereen in het dorp heeft z'n taak in het huishouden en zo voelt iedereen zich nog nuttig. We geven één van de oude vrouwen een snoepje maar ze heeft echt geen idee wat ze er mee moet doen. Waarschijnlijk heeft ze nog nooit een snoepje gehad. De hutten zijn, althans voor ons, in grote lijnen hetzelfde. Open vuur in het midden. Door dat open vuur en vooral de rook komt hier veelvuldig staar voor.
De weg bestaat ook hier uit maar 1 smalle rijstrook maar is beter dan de meeste wegen waar we eerder overheen gegaan zijn.
We bezoeken nog een volgend dorp. Alles loopt hier rond, koeien, varkens, kippen. In dit gebied zijn veel mandarijn bomen. De mandarijnen zijn van hele goede kwaliteit. Ze zijn hier aan het oogsten, in zelfgemaakte manden. Twee dorpsoudsten kijken het allemaal eens aan. Ze zitten ergens samen, met een slapend zwijn tussen hen in. Ze hebben traditionele kleding aan, wel tot op de draad versleten.
De kinderen hebben het nogal op Jan-Arend voorzien. Als een opa met zijn kleinkinderen loopt hij daar rond. We bezoeken ook het gouvernement schooltje. Het is eenvoudig en niet groot. De hoofdmeester is getrouwd met een vrouw afkomstig uit het dorp van Bully. We krijgen thee en bewonderen het schooltje.
Onderweg lunchen we in een plaatselijk eethuisje langs de weg. Men maakt noodles voor ons, en wat thee. Het smaakt goed. Overal om ons heen is men druk met de mandarijnen oogst.
We steken de Siang rivier over. Het frame van de brug is van ijzer, het wegdeel van hout. Het wegdeel is als een lapjesdeken bijgewerkt met allerlei maten van stukjes hout. Maar er blijven evengoed nog genoeg gaten over! Er mag maar één auto tegelijk over de brug. Er komen hier 2 rivieren bij elkaar: de Siang en de Siyom rivier stromen samen in de Brahmaputra. Als we nog een stuk verder rijden komen we bij een hangbrug over de rivier. Bamboe van onderen, een ijzeren raamwerk aan de zijkant. Hij wiebelt flink maar we durven het aan en lopen de brug over.
Na de lunch bezoeken we een dorpje in de omgeving van Kohima. Zomaar een Naga dorpje in de buurt, maar daarom zo leuk. We lopen er uitgebreid rond. Veel golfplaten zijn in de huisjes verwerkt, maar het doet niet echt gammel aan.
De zonsondergang is hier al vroeg!
In het derde dorp waar we stop maken zit een man op de grond een mand te vlechten. Mensen die op het land gewerkt hebben keren naar huis terug. Bij één van de huizen spelen een aantal mannen spelletjes met elkaar. Schaak, en een ander spel, met fiches.
Er is een soort feestje. We worden uitgenodigd aan te sluiten in het feestgewoel. Er wordt behoorlijk gedronken. Er is whisky en een zelf gebrouwen rijstwijn. Van dat laatste krijgen we een beker volgeschonken. Er is een vuur en we krijgen stoelen. Vrouwen zijn aan het dansen. De muziek staat aan. We krijgen een groen blad, samengevouwen met een bamboe touwtje. In het blad zit een goedje wat onder meer bestaat uit varkensbloed, ingewanden, vet, rijst en wat kruiden. Bully vindt het een delicatesse en wij ..... Wij bewaren deze delicatessen met liefde voor hem. Om niet onbeleefd te zijn vertellen we de dorpsbewoners dat we vegetariër zijn. Bully werkt alle pakketjes met smaak weg.
De mensen zijn overal even hartelijk en gastvrij voor ons. We worden vaak spontaan uitgenodigd. Wat een feest is het toch om hier zo rond te mogen toeren.
Als het al bijna donker is rijden we het laatste stuk naar Along. In Along logeren we in Hotel Toshi Palace. We krijgen een goede kamer met een groot knal rood oud pluchen bankstel. Even later komt men ons thee brengen. Alles is weer prima geregeld.
We eten lekker in het restaurant helemaal boven in het hotel. Voor het slapengaan nog even lekker op onze kamer gezeten op het bankstel. Omdat we na een paar dagen terug zullen komen in dit hotel geven we ons wasgoed af.
Alles is weer opgeladen. Morgen is het weer vroeg dag; half 6 op, 6 uur weg, ergens onderweg ontbijt. Even kan Ingrid de kamer niet terugvinden. Hoe dat kan? Nou gewoon .... Ons kamernummer 202, komt ná kamer 203, 204, 205 en 206. OK, little bit confusing maybe.
6 uur weg, geen ontbijt. We zijn verbaasd, want het is voor het eerst geen mooi helder weer. Het miezert zelfs een beetje. We rijden de bergen in. Langzaam aan breekt het wolkendek en laat de zon zich weer zien. Mooie vergezichten langs de rivier! Heel veel groen weer. Het leuke van reizen in dit gebied is dat je van te voren nooit weet je gaat zien, wat je tegenkomt. Steeds nieuwe interessante gebeurtenissen en ontmoetingen.
Bij onze eerste stop zien we een aantal mannen rijstwijn maken. Een groot vuur. Voor ons ziet het er uit alsof ze alle rijst verbranden. Alles zwart. Het ziet er niet echt aantrekkelijk uit! Maar er zit duidelijk een plan achter. Er staan verschillende mannen rond het vuur en maar één oudere vrouw. Zij is duidelijk de baas. Zij heeft de regie en geeft instructies. Alleen zij weet precies hoe het moet.
Even verderop ontbijten vlak langs de kant van de weg. Er komt vrijwel geen verkeer langs dus we zitten rustig en redelijk stofvrij. Bully heeft brood mee, vruchtensap, pindakaas jam en smeerkaas.
De auto waarmee we reizen is pas een half jaar oud. Het is een Mahindra. Bully vertelt dat hij elke 3 jaar een nieuwe auto moet kopen omdat de slechte wegen dan zijn tol gaat eisen en de auto flinke gebreken gaat vertonen. Als je de auto langer houdt, zegt hij, betaal je een nieuwe auto aan reparatiekosten. Dat is heftig!
We maken veel stops. Gewoon omdat we het leuk vinden. We stoppen bij een ingenieus irrigatie systeem van een bamboestammen. Het werkt goed. Bij een soort hill station stoppen we om thee te drinken. Er is niet veel verkeer, maar alle auto´s die er zijn maken hier een tussenstop. Er wordt gegeten en gedronken. Op de weg bij het restaurant lopen hele kleine zwijntjes. Zo klein hebben we ze nog niet gezien. Hooguit een paar dagen oud. Ze wiebelen en huppelen vrolijk rond en hun staartjes draaien overuren. Ze lopen met hun stofzuiger snuit alles langs om te kijken of er ergens nog wat te halen valt.
Spelende kinderen, volwassenen, geiten, kippen in een soort grote piepschuimen doos, waar stukken uitgesneden zijn. Hun koppen en snavels steken eruit. We denken dat het hun laatste reis is. Er is veel te zien.
We stoppen nog een keer bij een plek waar arbeiders met de weg bezig zijn. Heftig! Opvallend veel vrouwen. Ze zijn enthousiast als je stopt. Met hun gewone kleren aan werken ze daar. Ze scheppen de hete teer in een emmer, soms zelfs met kind op de rug. Slippertjes aan, heftige rookwolken! Trots poseren ze met hun baby. 2 vrouwen lopen een heel eind met een emmer hete pek aan een bamboe stok. Ze moeten doorrookt zijn 's avonds! Helemaal blij zijn ze wanneer we speelgoed, snoep en zeepjes uitdelen. Een tasje met een whisky fles gevuld met water en een theeketeltje staat ergens in de berm.
2 vrouwen sjouwen stenen in een net gevlochten om 2 bamboestammen. 4 vrouwen zitten naast elkaar dwars over de weg, gehurkt met halve borsteltjes de steentjes weg te vegen. Dan komen 2 vrouwen en een man met een ijzeren karretje aanhollen. In het karretje, open vuur en heel veel rook.
De wielen zijn niet erg rond, zodat het lijkt of ze er ieder moment van af zullen rollen. Je wilt niet weten wat er dan zou kunnen gebeuren. Iets grotere kinderen spelen in een hoopje zand. Mannen zitten met hun vingers aan een soort hard, zwart glas; het basis materiaal voor de pek. Hier realiseer je je nog eens extra in wat voor land je geboren bent!
Weer een eind verder stoppen we bij opnieuw een open houtvuur langs de weg. Op dit houtvuur liggen echter grote hompen vlees. Er is een zwijn geslacht en dat wordt nu bereid. Een man houdt de kop van het zwijn omhoog. We worden bij het huis naast de weg uitgenodigd binnen te komen. Als je hier een huis of schuur bouwt betaal je niemand geld maar zorgt je voor eten en drinken voor iedereen die helpt. Zo ook nu dus. Naast het huis zijn ze iets aan het bouwen met veel golfplaten. Er komt een bedanketentje. We zitten binnen bij een open vuur (dat is lekker, want het is inmiddels aardig fris geworden).
We krijgen rijstwijn aangeboden. Het wordt uit een mand met bladeren geschept met een grote pollepel. Men wil dat we flink meedrinken. Ook hier krijgen we gevulde varkensdarmen aangeboden, maar we durven het echt niet aan. Gelukkig legt Bully ook hier uit dat we vegetariër zijn. Iedereen is reuze gastvrij, en het is genoeglijk, zo samen te zitten bij het grote vuur!
Tijd om weer verder te rijden. Ergens langs de weg zit een meisje van een jaar of 6 voor een huisje met een hamer stenen stuk slaan tot kleinere steentjes. Heel veel mensen doen dat hier, maar zij is wel èrg jong! Bully vertelt dat ze die handgeslagen steentjes graag gebruiken voor de wegen. 1 truck vol daar krijgen de mensen 30 dollar voor. We stoppen bij 2 mannen de we passeren. De een is dorpoudste. Hij is erg vereerd met de aandacht en drukt ons uitgebreid de hand! Op een andere plek maken we nog een stop voor noodles en thee. We maken wat foto´s en film van mooie mensen, die niet snappen wat wij voor speciaals aan ze zien. We passeren een ijzeren brug die helemaal in puin ligt. Constructiefoutje; de brug heeft nooit gefunctioneerd.
Ondertussen gaat het wat regenen en wordt het frisser. Dan, na zo'n 160 km over een smal weggetje langs soms steile afgronden, komen we aan in Mechuka. Wat een andere wereld hier! Het door bergen omringde Mechuka is een klein dorp dat zijn naam dankt aan het zuivere water dat medicinale werking heeft. Men - betekent medicijn en Chu - is water en Kha - is sneeuw. Deze woorden hebben dezelfde betekenis in Tibet wat niet verwonderlijk is omdat we hier niet ver van de Tibetaanse grens zitten. De Mechuka valei is een van de mooiste valleien van Arunachal Pradesh en de thuisbasis van de boeddhistische Memba stam. Het is koud en we zien sneeuw op de bergen.
We proberen eerst logies te krijgen in een nieuwe homestay, eigendom van één of andere hoge overheidspief, maar de reservering wordt niet begrepen. Hoewel er geen andere gasten zijn, kunnen we niet blijven. Gelukkig ligt iets verderop de oude homestay waar we wel allerhartelijkst worden ontvangen. We krijgen een goede kamer met 3 bedden en een geweldig leuk kacheltje. Ziet er zelfgemaakt uit maar werkt uiterst efficiënt. Het is hier koud en donker maar gelukkig doet de kachel al snel z'n werk. Er is (nog) geen elektriciteit, maar met een draadje naar buiten slaagt men er toch in een lamp aan het branden te krijgen. Dan nog een warme kop thee en alles is goed. Heerlijk kneuterig allemaal. Uit ons raam hebben we uitzicht op de besneeuwde bergtoppen van de Himalaya. 's Avonds zouden we bij de keuken van het huis eten maar het is er zó koud dat we besluiten op de kamer te eten. Zo eten we een prima avondmaaltje bij het kacheltje. Rijst, stukje vis, dal, groenten en een kop thee toe. Helemaal goed! We drinken nog een glaasje wijn. 8 uur gaat het licht uit en niet veel later kruipen we in bed.
Half 7 op. Geen wastafel alleen een grote teil. Er wordt ons een emmer kokend water gebracht, en een emmer koud water. We doen er niet zo heel veel mee, want we hebben geen handdoek. Het is koud. Helaas liggen de besneeuwde bergen in de wolken. We ontbijten in de keuken van het huis. Daar is een open vuur en de eigenaar is heerlijke broodjes aan het draaien. Ze smaken uitstekend! We krijgen ook een kommetje gekruide aardappels. Goed, stevig ontbijt.
Na het ontbijt bezoeken eertst een heilige plek voor zowel de sikhs als de boeddhisten net buiten Mechuka. Goeroe Nanak, de stichter van het sikhisme en eerste van tien goeroes van de sikh heeft hier in een grot gemediteerd met 2 apostelen. Tal van legendes doen de ronde, zo zou Goeroe Nanak in gevecht geraakt zijn met een beer. De beer gooide een rots naar hem maar hij verwonde hem niet.
De rots bleef steken en omzoomde als het ware het hoofd van de Goeroe. Inderdaad, een vorm in achtermuur van de rots lijkt op het uitgehouwen silhouet van het hoofd met tulband van de Goeroe. De Goeroe had water nodig; hij moest afdalen naar de rivier. Een rots versperde de doorgang maar spleet spontaan in tweeen, zodat de Goeroe er doorheen kon. En inderdaad er is een gespleten rots te zien waar je maar nèt doorheen kunt.
Als je er door kunt heb je overigens een goed hart, zo wordt gezegd. Dat moeten we even uitproberen; we kunnen er net doorheen. Bij de rivieroever waar je uitkomt is een poel waar zwarte en witte stenen in zouden moeten zitten; je kan ze opvissen. Wit staat voor goed, zwart voor fout. We proberen ons geluk maar niet nog een keer uit en laten de stenen voor wat ze zijn. Het water in de waterval is minder koud als je zou verwachten wordt gezegd; ook een geschenk van de goden. Kortom een plek vol mystiek. Heel bijzonder
We rijden nog een stuk met de auto, parkeren en wandelen naar het Samden Yangchak klooster dat op een heuveltop aan de oever van de Yargap-Chu ligt. Dat is een hele klim!! Maar we redden het. We genieten er van het uitzicht.
In het klooster zijn 2 jonge mannen. Ze zijn monnik in burgerkleding. Voor ons een beetje vreemd. 1 van de 2 monniken heeft 7 jaar in Bangalore gestudeerd. Ze laten ons het klooster zien. De Dalai Lama is hier in 2000 geweest. We krijgen boterthee met koekjes. In de hoek van de leefvertrek ligt een moederpoes te knorren in een doos, met een aantal kittens. De jongens zitten hier een maand, begrijpen we. Elke maand komen er 2 anderen monniken. Er is geen water. Dat moeten ze beneden uit de rivier halen. Elke keer een flinke klim dus! Het landschap om ons heen is schitterend. Na de thee lopen langs een andere weg terug naar beneden. Bully is een groot liefhebber van vogels. Hij heeft een 400 mm lens te leen. Leuk dat hij ook van fotograferen houdt. Hij neemt ook regelmatig een foto van ons samen, en dat is ook wel eens leuk.
Er wordt een nieuw klooster beneden bij de rivier gebouwd; het klooster van bovenaan de berg wordt als het nieuwe klooster klaar is naar beneden verhuisd. Het klooster boven is al een paar keer aangevallen, ze zijn bestolen en er is brand geweest. Oorspronkelijk stond het klooster ook beneden, dus men denkt dat de problemen boven op de berg een teken zijn dat het klooster terug moet naar de oorspronkelijke plek.
Als we onder aan de berg komen zien we een vers beschilderde stupa. Er zijn hier veel stupa's her en der verspreid in het landschap. Een dorp of belangrijk familie/ persoon richt zo'n stupa op. Deze nieuwe stupa wordt nu ingewijd. Men viert feest. Wij worden uitgenodigd. Boterfiguren worden als offerande opgesteld in een tent. En de whisky voor de goden, maar natuurlijk ook voor henzelf vloeit rijkelijk. Wij krijgen een kopje chai en er wordt gevraagd of we blijven eten. En zo - totaal onverwacht - eten we daar rijst en dal met de dorpsbewoners uit het dal. Na een tijdje trekken we weer verder.
Vandaag lopen we een paar keer op een loopbrug over de rivier over. Zo'n hangbrug van bamboe, hout en kabels. Eén brug hangt zo scheef dat het niet echt prettig voelt. De planken en draden zien er niet allemaal even stevig uit. Maar het gaat goed. 7 Het is inmiddels erg koud geworden en het miezert.
We gaan terug naar Mechuka en lopen daar nog wat rond maar er is niet veel te beleven. Wel érg veel soldaten. Er zijn hier weinig buitenlanders. Volgens ons zijn we hier op dit moment de enige toeristen. De dorpsbewoners kijken ons allemaal met grote ogen aan. Geen winkeltjes met mooie sjaals of zo; allemaal winkels van sinkel; snoepjes, biscuitjes, laarzen. Ouderwetse, wat westers aandoende kleren.
In onze kamer wakkeren we de kachel weer lekker aan. Soms is er wel behoorlijke rookontwikkeling!!
Bij ons kacheltje proberen we ook onze Indiase rode wijn uit. Lekker. Ons eten wordt gebracht. We kletsen nog wat. We zijn erg moe dus Ingrid is al om half 9 onder zeil. Jan-Arend blijft nog ietsje langer op.
Redelijk geslapen. Half 7 op. Emmer koud en warm water. 7 uur ontbijt, weer in de keuken bij het warme vuur. het is kunstig om te zien hoe ze hier met simpele technieken de vuurtjes zo goed aan de praat kunnen houden. Buiten regent het flink. De besneeuwde Himalaya toppen staan helaas in de wolken. Om half 8 vertrekken we voor de 180 km lange terugtocht naar Along. In eerste instantie koud en regenachtig, maar het weer knapt geleidelijk aan weer op.
We zien een vrouw met bijzondere, traditionele oorbellen. We stoppen en ze gaat op de foto. Ze terecht trots op haar juwelen. Ondanks de bewolking is het nog steeds genieten van een mooi landschap. De huizen tonen groot en zijn fraai al zitten er ook wel een paar armoedige stulpjes tussen.
De wegarbeiders zijn weer met de weg bezig. De vrouwen herkennen ons nog van de heenweg van 2 dagen geleden, en zwaaien uitbundig. Erg veel kinderen met snottebellen!
We passeren opnieuw het eethuis van de heenweg en stoppen er weer. Het is half 12 en na 4 uur hobbelen, inhalen en heen en weer wiebelen tussen de kuilen op de smalle weg, zijn we wel aan een warm drankje toe!
Wanneer de thee in de maak is wandelen we nog wat rond. Even de benen strekken. In de keuken is een vuurtje met stoeltjes eromheen. Buiten onder een afdakje zitten een paar kinderen met de handen rijst te eten uit 1 grote bak. De hond zit erbij. Het doet wat triest aan.
Een hoog zwangere geit loopt overal te bietsen. Ingrid koopt wat koekjes voor de geit. De geit (en Ingrid) wordt er helemaal opgewonden van!
De geit is een heftige dame en springt tegen Ingrid op! Als Ingrid Fikkie de hond ook wat wil geven moet ze dat erg tactisch doen, want met haar hoorntjes naar voren springt de geit er zo op af! Fikkie heeft er ontzag voor. De eigenaar van het restaurant kijkt vol ongeloof toe. Koekjes kopen voor een geit het moet niet gekker worden met die toeristen.
Rond 15.00 uur zijn we terug in Along. We worden afgezet bij de markt. Daar kijken we wat rond. We kopen een aantal traditionele kralenkettingen en lopen langzaam richting hotel. Terug in het hotel hebben we weer dezelfde kamer als eerst, mét het fraaie rode pluchen bankstel. De was is schoon en gestreken. We kunnen er weer even tegenaan.
Kippen lopen rond, veel met kuikentjes, en bijna elk huis heeft een hokje met een zwijn erin. Later zullen we ook veel wel loslopende zwijnen zien. De mensen zijn weer uiterst vriendelijk en doen niet moeilijk over fotograferen.
Naar Deel 3: Van Ziro met de Apatania vrouwen en hun neuspluggen tot Tawang