Als u bij het lezen een foto aanklikt dan wordt deze vergroot. De foto′s kunnen vervolgens achter elkaar als diashow bekeken worden. Als u een link, bij voorbeeld: Shigatse Travels aanklikt dan wordt deze geopend. Wanneer verwezen wordt naar de kaart van Tibet, dan kan deze opgeroepen worden door de link: routekaart van Tibet aan te klikken. De in het reisverslag opgenomen filmclips zijn HD opnamen. De clips worden geopend en kunnen bekeken worden in een apart venster dat vanzef opent als u op afbeelding met het pijltje klikt.
Het uitzicht op de bergen is mooi maar helaas niet wolkeloos.
We vertrekken rond 9 uur. Vanaf Tingri lopen alleen onverharde wegen het natuur reservaat in richting het Mount Everest Basecamp.
Passang heeft de afgelopen nacht in het huis van zijn ouders geslapen in een dorpje vlakbij. We gaan hem oppikken en brengen daarbij meteen een bezoekje aan zijn ouders. We rijden ongeveer 6 kilometer op een keienpad naar het dorp. We kijken uit naar de ontmoeting. Uniek natuurlijk als je de gelegenheid krijgt om buiten de toeristische paden om een familie te bezoeken in een heel klein bergdorp waar het leven nog op de traditionele wijze geleefd wordt en georganiseerd is.
Je vraagt je af hoe het de mensen lukt om een bestaan op te bouwen in het kale, ruige, boomloze landschap van een Tibetaanse hoogvlakte.
Het is een erg leuk dorpje. Passang wacht ons al op met zijn kleine neefje op zijn schouders.
We volgen hem naar zijn huis. Trap op, naar de woonkamer. Een gezellige rommelige keukenkamer met in het midden een groot fornuis annex kachel, banken aan de zijkanten, veel schilderijtjes en een prachtige beschilderde kastenwand met 1000 en 1 vakjes.
We worden onthaald met boterthee. Zodra je wat gedronken hebt wordt het kopje weer bijgevuld. We ontmoeten zijn ouders, broer, schoonzus en tante.
De moeder van Passang nestelt zich tijdens ons bezoek in een hoekje van de kamer waar ook een grote blikken gebedsmolen staat.
Met in de ene hand een handgebedsmolen trekt ze met haar andere hand aan een touwtje dat de grote gebedsmolen aandrijft en prevelt zij gebeden. Een hoge gebedproductie zo!
We zien nog een vertrek met veel Boeddha's en een huisaltaar Heel bijzonder allemaal.De wc bestaat uit 2 gaten in de grond maar het is keurig schoon. Het lijkt ons alleen daar zo buiten wel érg koud in de winter... Passangs ouders zijn al 81.
De koeien staan onder aan het huis. Ze worden gemolken. De kalfjes .... ook opzoek naar lekkere verse melk, worden weggejaagd.
De moeder van Passang gaat kaas maken. Passang laat ons een ruimte zien waar ze in de winter veel zitten. Er staat een spinnewiel en een weefgetouw. Er worden kleden geweven en er ligt kaas te drogen. Als we de kamer binnenkomen blijkt vader daar te slapen. Hij is oud en ziek maar zit nu rechtop in zijn bed. Een poes heeft zich heerlijk op het voeteneinde gevleid en slaapt een diepe slaap.
Alles maken de mensen hier zelf. Matrassen, dekens, etc. het is een gezellig rommeltje. We maken wat foto's.
Als de vader Passang uit bed gekomen is maken we een familieportret. Vader en moeder zien er mooi uit zo in hun traditionele kledij met de bergen op de achtergrond. Dan verlaten we het dorpje. Het was een bijzondere stop. Nu gaan we echt richting Everest!! Wat een geweldige vergezichten, wat een leegte ook. Tussen de hoge bergen de brede vallei met weinig meer dan vooral heel veel stenen en wat mossen. Overal steken hoge besneeuwde kolossen hun kop op. En dan te bedenken dat we al zo hoog zitten. Dit is echt het dak van de wereld. Wat kun je hier ver kijken!
Hier en daar staan kuddes schapen, geiten en yaks. De yaks voorzien de nomaden in bijna al hun behoeftes: boter, melk en vlees als voeding, wol voor kleding en tenten, uitwerpselen als brandstof en bouwmateriaal.
Het is een hard bestaan hier. Hier en daar staat een tent in de altijd wapperende wind. Nu schijnt de zon gelukkig maar als je je voorstelt hoe het hier in alle eenzaamheid ver van de bewoonde wereld met regen en storm of bij bittere kou moet zijn. Brrr. Onze nieuwe chauffeur rijdt prima.
Wolken van stof achtervolgen de auto. We rijden op een wel héél bumpy road! Het is hier erg hoog, al heb je dat niet zo door omdat het een hoogvlakte is. Uiteindelijk komen we op 4950m in Rongbuk aan bij ons hotel. Rongbuk Everest Hotel, het hoogste hotel ter wereld, ligt op 50 meter ten noorden van Rongbuk klooster. Het is vrij leeg en basic. Geen wc, een verdieping lager is er 1. Op de kamer een emmertje en water. Geen stromend water op de kamer. Maar..... natuurlijk wel .... met uitzicht op de Mount Everest!
We gebruiken een eenvoudige lunch in het restaurant. Na de lunch gaan we met de auto naar het 5 km verderop gelegen tentenkamp, richting Everest. Het is hier een drukte van belang.
Er staan diverse tenten waar je kunt eten en slapen. Je kunt er souvenirs kopen en er is zelfs een postkantoor-tent. Meer kooplui dan kopers. We lopen wat rond en drinken koffie. Het waait enorm maar in de tent is het uiterst behaaglijk. Vanaf dit punt kun je met een pendeldienst naar het iets verderop gelegen basecamp van de Mount Everest rijden maar wij zien daar vanaf. Het is bewolkt en de Everest ligt vrijwel helemaal in de wolken. We lopen in plaats daarvan nog even rond is het fascinerende landschap en keren daarna terug naar het hotel.
s Avonds eten we in het restaurant. Het restaurant is een slecht verlichte kamer met daarin een grote kachel die de hele ruimte zou moeten verwarmen. Dat lukt niet helemaal. Het is koud.
Van achter het glas, maar ook op de waranda hebben we nu wel een fantastisch uitzicht op de steeds veranderende kolossale noordwand van de Everest en de Lhotse. Imposant! Iconisch!
De zonsondergang is adembenemend mooi maar, net als de hele berg in zicht lijkt te komen verschijnt er toch altijd wel weer een wolk waar de bergen weer gedeeltelijk achter schuil gaan.
Zo bewaart de Mount Everest ook voor ons weer iets van haar geheim, maar wat is dit bijzonder.
We slapen goed ondanks het feit dat ons hotel op ruim 5000 meter hoogte ligt. Alleen Pierre heeft wat hoofdpijn. We staan vroeg op. Het plan is om bij helder weer nog naar het basiskamp te gaan. We lijken geluk te hebben. Als we opstaan en uit het raam van onze kamer kijken is het wolkeloos en is de Mount Everest voor 100% onbedekt! Wauw, dat is nog eens prettig wakker worden. Helaas duurt ons geluk kort, want hoewel in de vroegte de Everest even goud kleurt is ie toch al snel weer verscholen achter een wolkendek. Waarom komen die wolken toch zo snel en verdwijnen ze zo langnaam. Nou ja gelukkig maakt de natuur in Tibet wel haar eigen wetten.
Omdat de Everest in nevelen is gehuld gaan we na het ontbijt direct al terug naar Tingri. We hebben nog/weer een mooie rit voor de boeg!
Heerlijk om zo in de auto te zitten en lekker om je heen te kijken. Af en toe maken we stops.
We zien weer de yaks, af en toe een tent, en deze keer zien we ook herten, die bepaald niet bang zijn. Bijzonder! Wonderschoon hier met die uitzichten, de natuurlijke vegetatie, de beekjes. Om half 1 zijn we weer in Tingri.
We lopen het dorpje door, maar er is niet veel te doen. We lunchen ergens waar héél veel vliegen zijn. Dit dorpje is echt een haltestop voor avonturiers die doorgaan naar het natuurpark en de Everest. Er wordt veel ingeslagen.
s Middags gaan Pierre, Dita en Ingrid wat lezen in de zon. Hoed op, want het is hier nog 4300 meter.
Jan-Arend maakt een lange wandeling in de vallei. Over akkers, tussen kuddes schapen, langs rivieren en onder duizenden vlaggetjes die overal hangen door. Het is toch een beetje afscheid nemen van dit prachtige gebied. Morgen verlaten we Tibet weer.
Aan het eind van de middag drinken we met elkaar op de kamer een wijntje.
Een vroegertje vandaag. We staan om 6.30 op. 7 uur vertrek. Het is nog helemaal donker. Er is bijna niemand op de weg. Geleidelijk aan zien we het licht komen. Zacht strijklicht. Hier en daar besneeuwde toppen. Hoe hoger we komen, hoe meer bewolking. We rijden onder de laaghangende bewolking door en steken eerst de La Lung La (5124 m) pas over en daarna de Nyalam Tsong-la (5120 m) pas. We zijn in de buurt van Mount Kalesh waar veel hindoes op bedevaart gaan maar er is geen tijd voor een bezoek.
Vanaf Nielamuzhen (3750 m) een halteplaats waar veel pelgrims acclimatiseren voordat ze afreizen naar Mount Kalesh gaat de weg steil naar beneden richting Nepal. De vegetatie keert abrupt in een zeer weelderige vorm terug. Overal watervallen.
Naarmate we dichter bij de grens komen wordt het steeds drukker! Overal langs de weg vrachtwagens. Ongelofelijk veel! Ze mogen pas s avonds verder rijden, daarom staan er hier zo veel. De weg is smal en de lange rij vrachtwagens maakt het passeren niet bepaald makkelijk! Uiteindelijk staat echt alles vast en kunnen we niet meer voor of achteruit. Het duurt een poosje voordat we weer verder kunnen.
We gebruiken onze laatste gezamenlijke lunch in Zhangmu een louche grensdorp, waar we ook (illigaal) onze Chinese geld wisselen in Nepalese rupees. Dit levert inderdaad de nodige koerswinst op.
Eindelijk komen we aan bij de Chinees Nepalese grens. Overal zien we mensen lopen die als pakezel beladen zijn. Ook kleine dunne vrouwen dragen ongelofelijk veel mee, zo op hun teenslippertjes.
Met Passang lopen we naar de grensovergang; dan moet hij terug, we nemen afscheid. Kost toch altijd weer moeite. We hebben zoveel met elkaar opgetrokken de laatste weken en hij was een goede en betrouwbare gids; dat schept een band.
Er is een stukje niemandsland waar het een heksenketel is!! We moeten de Friendship brug en de grens per voet oversteken met onze bagage. Dan zijn we in Nepal! We worden opgewacht door een gids en een chauffeur. Toe nu toe loop de organisatie echt gesmeerd. We vullen onze papieren in en lopen een stukje naar ons busje.
In Nepal is alles meteen heel anders dan in Tibet! De huizen zijn heel divers en felgekleurd, de wegen zijn slecht, veel hindoe symbolen, koelies en anders geklede mensen waarbij de mannen een halflang tenue dragen boven een strakke broek en een typisch Nepalees mutsje op hebben.
We rijden tot bij de eerste landslide. Die is heel heftig hier geweest, en er zijn veel doden gevallen en dorpjes en wegen zijn weggeslagen. Landslides zijn hier wel vaker, maar dit keer waren de gevolgen voor de mensen en de infrastructuur extreem. Het busje kan niet verder. Er is alleen nog een onverhard pad.
We kunnen kiezen; 2 uur lopen door de modderlagen of de tocht maken met een 4 wheel drive. We kiezen voor het laatste. De reisagent maakt flink misbruik van de situatie en zet zowel ons als de chauffeur af. Hij vraagt er 40 dollar per persoon voor het ritje, en dat staat echt niet in verhouding. Benieuwd hoeveel de chauffeur daarvan krijgt. Maar we hebben weinig keus, met onze bagage en deze blubber. Dat gaat niet lukken; we zijn een sportief groepje, maar ook een groepje op leeftijd .... en een beetje verwend geraakt in de loop der jaren.
Evengoed moeten we eerst een half uur lopen en over een wiebel hangbrug. Onze bagage wordt gedragen. Er lopen trouwens heel veel dragers met soms een enorme vracht op hun hoofd/schouders langs de hele route. Uiteindelijk komen we bij de jeep. Een half uur lang hotsen en botsen we door kuilen, langs ravijnen en door rivieren. Wat een sensatie!
Zo'n slechte weg als deze hebben we nog nooit gezien. We stoten steeds onze kop tegen de ramen. De chauffeur draait aan het stuur en laat de banden en motor gieren. Hij zweet zich rot ... wat trouwens goed te ruiken is ook. De bijrijder springt in en uit de auto's om instructies te geven. Wanneer we een aantal tegenliggers tegenkomen, komen we helemaal vast te zitten. Na veel geregel, geschreeuw, vooruit, achteruitrijden lost de verstopping op en kunnen we door. Op de plek des onheils, waar het meeste natuurgeweld heeft plaatsgevonden zijn de aardverschuivingen goed te zien. Heel veel land gewoon weggevaagd, in de rivier verdwenen. Als je hier je huis had staan kun je het echt niet meer navertellen. Er is een meer ontstaan.
Overal onderweg zien we volgepakte mensen door de blubber sjouwen en ploeteren. Zwaar! Wat een avontuur! Uiteindelijk komen we weer bij een begaanbare weg aan. Daar staat opnieuw een busje ons op te wachten. Het is nog 1.5 uur rijden naar Dhilubel. Doodmoe en geradbraakt komen we in Dhilubel aan. Het hotel blijkt een ander hotel te zijn dan het hotel met het geweldige uitzicht dat we geboekt hadden. Vreemd; alles was een week of 6 geleden helemaal bevestigd... Het mannetje dat zo veel geld vroeg voor de auto weet niet hoe snel hij weg moet komen.
Maar ons alternatieve hotel: Hotel Arniko is prima en we eten er erg smakelijk. We hebben een erg gezellig avond en slapen heerlijk. Zelf het traplopen hier valt mee; een duidelijk verschil of je op 5000 meter of "maar" op 2300 meter hoogte zit...
De kamer is erg basic en er is jammer genoeg geen warm water terwijl we heel erg toe zijn aan een goede warme douche.
De zon schijnt uitbundig als we opstaan. We ontbijten buiten op het terras. Het smaakt erg goed! We drinken uitgebreid koffie. Rond half 11 worden we opgehaald. Weg van het groen, en de rijst terrassen; op naar Kathmandu. Geen erg interessante rit. We komen al snel in de voorsteden van Kathmandu aan. Er is veel verkeer en veel kabaal. Links en rechts, van alle kanten worden we ingehaald en er is veel smog! We zijn al eerder op één van onze reizen in Kathmandu geweest en hebben dat hele goede herinneringen aan. Heerlijk om nog een paar dagen de tijd te hebben om in Kathmandu de vakantie af te sluiten. We doen het in stijl.
We logeren in Hotel Shankar. Het is een erg chique hotel in een 19-de eeuws stadspaleis . Van 1894 tot 1964 was het paleis zelfs als residentie in gebruik bij de heersers van Nepal. Na aankomst zakken we weg in een heerlijk zacht bankstel in de foyer van het hotel.
Als we ons een beetje opgefrist hebben lopen we richting stad. Het hotel ligt vlakbij de wijk Thamel. Thamel is een levendige wijk met veel winkeltjes, cafés, restaurants, kunstgaleries, massagesalons (niet aan te bevelen), etc. We kijken onze ogen uit. Wat een hectiek, wat gebeurt er veel om ons heen! We schieten niet erg op, maar genieten van alles wat we zien. We lunchen met elkaar in een klein bar /restaurantje en gaan daarna apart van elkaar de stad verder verkennen. Om 6 uur zien we elkaar terug in de zelfde bar. Daar genieten we van wijn, een biertje en momo's. Daarna dineren we in het Yak restaurant. Lekker gegeten. Na het eten met riksja's terug naar het hotel waar we nog een afzakkertje nemen. Het was een leuke stadse slenter dag.
We slapen heerlijk op een super comfortabel bed!
Half 9 komen we in de ontbijtzaal. Het ontbijt is echt bijzonder hier! Toast, jam boter, jus d órange, croissantjes, vers fruit, toetjes, muesli, wafels en de eieren worden gebakken op elke manier die je wilt. Heel uitbundig en het smaakt allemaal uitstekend!
We nemen een taxi met elkaar naar Pashupatinath. Pashupatinath is de belangrijkste hindoetempel in Nepal en ligt aan de heilige Bagmati rivier. We lopen langs de stalletjes met allerlei religieuze snuisterijen.
Aan de gaths (trappen om naar de rivier af te dalen) zijn plateaus gemaakt waar dagelijks crematies plaatsvinden. De Pashupatinath tempel is voor niet-hindoes niet toegankelijk. We zijn in het verleden al eens op deze crematie plaats geweest maar het blijft erg indrukwekkend. Deze keer gelukkig geen irritante gidsen die aan je kont blijven plakken zodat we alles in alle rust kunnen gadeslaan.
Het is vandaag er druk aan de oevers van de rivier. Veel hindoe ceremonies waarbij een Brahmaan (hindoe priester) allerlei voor ons onbegrijpelijke handelingen verricht en gebeden prevelt voor een familie die hem heeft ingehuurd. De dood bij het leven staan dicht bij elkaar in Pashupatinath.
Er zijn verschillende crematies aan de gang. Crematies zijn hier niet hetzelfde als in het westen. Alles gebeurt heel openlijk. Vanaf de overkant van de rivier kun je alle gebeurtenissen gadeslaan. Het is indrukwekkend, maar door de serene sfeer is het niet akelig.
Aan de ene kant van de brug, aan de voet van de tempel, wordt het lichaam van de dode op een grote steen gelegd, met de voeten in de heilige rivier. Het lichaam wordt gereinigd met het water van de rivier, er worden bloemenkransen op het lichaam gelegd en het gezicht wordt gekleurd met oranje/rood poeder. Vervolgens wordt het lichaam op een bamboebrancard naar de ghats aan de andere kant van de brug gedragen. Daar wordt het lichaam op een zorgvuldig opgebouwde houtstapel geplaatst.
Ook nu vinden er bij het lichaam weer diverse rituelen onder leiding van een in het wit geklede priester plaats.
De zonen lopen een aantal maal om de baar, de voeten van de overledene worden gekust er worden graankorrels op het lichaam gestrooid. Tot slot wordt door de oudste zoon bij de mond van de overledene het vuur ontstoken. Zodra de stapel goed vlam heeft gevat, wordt er stro over het lijf gelegd. Dit stro is vooraf in de Bagmati rivier natgemaakt waardoor er veel witte rook vanaf komt. Tot slot worden er houtstroken op de baar geplaatst. Er zijn verschillende crematies tegelijk aan de gang; een stuk of 5. Het is indrukwekkend.
In de rivier drijven wierook en bloemetjes voorbij, olielampjes op bladeren als kleine mandjes gevouwen.
Een jongetje zwemt voorbij in een poging iets van waarde in het water te vinden. Als er iemand gecremeerd wordt gaan zijn spullen immers ook in het water, evenals muntjes . Een eindje verder komen 2 voeten net boven het wateroppervlak voorbij. Bizar! Heel intens!
Pashupatinath trekt met haar belangrijke hindoetempel veel “heilige mannen” (Sadhus). Ze verblijven aan de overkant van de rivier, tegenover de tempel in een soort kleine oude stenen tempelhuisjes. Deze mannen met hun kleurrijk beschilderde gezichten en hun lange rastahaar zijn zich in de loop der jaren steeds uitbundiger gaan versieren; sommigen doen meer komisch dan heilig aan. Wat ze allemaal met elkaar gemeen hebben is dat ze weten dat ze er fotogeniek zijn. Sadhus zijn officieel gezien afhankelijk van giften, maar het poseren lijkt hier eerder big business. We nemen uitgebreid de tijd voor ons bezoek Pashupatinath. Boven op een heuvel met uitzicht op de tempel, de rivier en de ghats staat een bank. We gaan zitten en laten alles op ons inwerken. Wat een bijzondere plek is dit.
Ten slotte verlaten we Pashupatinath en nemen een taxi naar Durban Square.
We zijn inmiddels al aardig moe en bezweet; het is hier heet!!! We drinken een heerlijk koel drankje en gebruiken de lunch in een restaurant aan de rand van het plein met een dakterras. Dat is de moeite van de klim meer dan waard. Heerlijk eten, natuurlijke ventilatie (veel wind) en een prachtig uitzicht over de stad.
Durbar is het Nepalese woord voor paleis. Durbar Square is de belangrijkste bezienswaardigheid en kloppend hart in Kathmandu.
Het plein is echt een ontmoetingsplaats. Het krioelt er van mensen, taxi’s, heilige koeien, fietsriksja’s en straatkinderen.
Er staan meer dan 50 tempels en andere religieuze monumenten. De oudste tempel dateert uit de twaalfde eeuw en het belangrijkste gebouw is het koninklijk paleis. Het plein is niet goed onderhouden, maar het is een bezoek meer dan waard.
In een uithoek van het plein lopen weer een paar Sadhus en er is zelfs een heilige vrouw. We gaan niet langs bij Kumari, de levende godin. Lijkt ons net even teveel poppenkast, maar misschien is dat wel een vooroordeel van ons.
We slenteren nog een tijdje door de straatjes van de oude wijken rond het Durbar Square. Winkeltje in, winkeltje uit. Brommertjes en riksja's vliegen om ons heen. Vermoeiend zo te struinen, maar ook wel weer erg leuk.
Volgens afspraak ontmoeten we elkaar rond half 6. Drankje, wat momo's. lekker! Op naar het hotel, even bijkomen van de drukke dag en al de indrukken.
Weer genieten van een heerlijk ontbijt. Na het ontbijt uiteraard weer de stad in. Kathmandu is echt een paradijs voor koopgekken. Zoveel kleine galerietjes, ateliers van vilten sjaals, schoentjes en speeltjes, antiek winkeltje, sieraden winkel, kleding winkels, wierrook stalletjes .... noem maar op. Altijd wel een leuk souvenirtje te vinden. Tussen de middag eten we weer met elkaar.
In de middag gaan we naar Bouddhanath. Bouddhanath is één van de grootste antieke stoepa's in Zuid-Azië en ligt in de wijk Bouddah. De Stoepa is een boeddhistische tempel en is gebouwd op een oude handelsweg naar Tibet. De imposante stoepa domineert met de skyline.
Ten slotte verlaten we Pashupatinath en nemen een taxi naar Durban Square.
Na de annexatie van Tibet door vluchtten vele boeddhistische monniken naar Nepal en met name Kathmandu. Het wordt niet voor niets 'little Tibet' genoemd tegenwoordig.
In de omgeving van de stoepa zijn danook veel gompa's en kloosters te vinden. Veel Tibetanen komen naar Bouddhanath om Loscar (nieuwjaar) te vieren.
Sinds 1979 staat de stoepa van Bouddhanath op de UNESCO werelderfgoedlijst
We zien weer veel pelgrims die de korlam lopen rond de stoepa. Veel toeristen hier ook. Aan de rondgang liggen veel kleine winkeltjes met souvenirs en boeddhistische antiquiteiten. Ook zijn er veel restaurants met een dakterras.
Op één van de dakterrassen genieten we van alles wat we zien.
Prachtig uitzicht op de Stoepa.
Aan het eind van de middag wordt het al drukker met religieuze bezoekers. Het is zonnig en warm maar gaandeweg wordt het donkerder. En dan barst toch nog plotseling de regen los. Een ware wolkbreuk! Tijd om retour hotel te gaan.
We drinken en eten met elkaar in het hotel en checken vast in voor morgen. Morgen vliegen we terug naar Amsterdam
Het feest is voorbij. Tijd voor een rustig ontbijt en een laatste rondje stad, en dan naar het vliegveld, de terugreis begint.
Onze Tibet reis was echt een geweldige belevenis. Wat is het een geweldig mooi land en wat zit de boeddhistische cultuur diep verankerd in dat trotse land en volk.
We zij er van overtuigd dat het geen miljard chinezen zal lukken die trots en cultuur te breken, maar men doet wel erg hun best. Tibet is echt een bezet land en door de vele politieposten in de steden en overal daarbuiten ook echt een politiestaat.
Dat is best benauwend. Voor ons als bezoeker, maar natuurlijk vooral voor de Tibetanen zelf. Op vallend is wel dat heel veel Tibetanen de moed vinden om wel kritisch te spreken over hun land en bezetter. Die Tibetanen verdienen onze support. We zijn blij dat we geweest zijn.
Ingrid Vogelesang en
Jan-Arend van Boeijen